De Belastingdienst heeft, in een poging om de schatkist enigszins op peil te houden, de jacht geopend op de automobilist. Dit doen ze door het opvragen van gegevens van parkeerinstanties en snelwegcamera’s. Gegevens die verwijderd hadden moeten worden. Desondanks wordt er gegraven in deze berg gegevens, net zolang tot ze de allerlaatste overtreder gevonden hebben. Ondertussen is dat wel een enorme inbreuk op de privacy van iedereen die niets heeft misdaan.
De Belastingdienst gebruikt wel erg graag informatie van anderen. Zo heeft ze een convenant gesloten met de Landelijke Eenheid (de voormalige KLPD) om informatie van ANPR-camera’s te verkrijgen. Deze informatie wordt verwerkt, met name om leaserijders te kunnen controleren. Maar daarmee verzamelt de Belastingdienst dus automatisch alle gegevens van iedereen die over de Nederlandse snelwegen rijdt. Dat is een onacceptabele privacyschending. Daar komt nog bij dat de Belastingdienst gebruik maakt van kentekengegevens die de politie al zou hebben moeten verwijderen. Kortom, de wet wordt gehandhaafd op grond van gegevens die niet voorhanden mogen zijn, en toch worden gebruikt. Vreemd.
Daarbovenop vraagt de Belastingdienst informatie op over parkeerders bij parkeerinstantie SHPV. De SHPV zou deze gegevens na acht weken moeten verwijderen, maar blijkbaar worden ze na die periode versleuteld en alsnog bewaard. Dat komt de Belastingdienst mooi uit, want daardoor kunnen zij deze informatie opvragen. Wederom op oneigenlijke grond dus.
“De belastingdienst is zo een centrale cloud-dienst die jarenlang persoonlijke gegevens bewaart die andere instanties niet zelf (voor langere tijd) mogen bewaren”, aldus security- en privacy-onderzoeker Jaap-Henk Hoepman. “De vraag rijst of dit niet een grote ‘data witwas operatie’ betreft: wat let de politie om naderhand te gaan grasduinen in deze gegevens…”